poezie

Het licht achter de deur

 19,90

 

Guy van Hoof

 

ISBN 978 90 5927 605 5
96 pagina’s
NUR 306
220 x 140 mm

Categorie:

Beschrijving

De poëzie van Guy van Hoof zit vol klank, ritme, licht en kleur. Hij wordt beschouwd als een observator, iemand die als een fotograaf indrukken op zich laat inwerken. Gedichten groeien van binnenin naar buiten of omgekeerd, maar altijd is er de spanning van het woord. Prozaïsch, dat wel, maar met net dat mysterie waar de lezer zijn keuze kan mee doen. Realiteit vermengt met verbeelding, het zintuigelijke met het poëtische van de droom, het verlangen naar een zeer aards paradijs. Niet zonder weemoed dus, met daarnaast de levensdrang, die de dynamiek van het leven is, en de lichamelijkheid als teder wapen.

Omslagillustratie door Paul Turkry


Reviews

De titel van de bundel Het licht achter de deur is de dichter Guy van Hoof ten voeten uit. Zich afschermend, afgezonderd, en zodoende kenbaar; wetend hoe zijn stem klinkt, sprekend in de naamval van het leven.
In deze bundel maakt hij de balans op, spreekt zijn lezers toe. De gedichten zijn een ontmoetingsplaats, aan hen om de deur te openen. Ze is dicht, maar niet op slot.
De stijl is eerder barok van structuur, vol kleur, soms ijl in uitloop van lijn, dan weer vol licht en beeldend in wisselend ritme. Een dichter in de hoogtij van zijn kunnen.

De gedichten zijn aards van leven, de woorden lijken met huid overtrokken en worden alzo dat andere zintuig dat enkel de dichter bezit. Een samengaan van beeld, klank en ritme in een aanwezigheid  van wat er voordien niet is.

[…]

Je leest deze gedichten alsof je ze ziet ontstaan door een venster in een boom met uitzicht op de eeuwigheid, waar iemand is vertrokken. De niet-aflatende droefgeestigheid die de kleuren doet ontbranden in achtergebleven voorwerpen, als een studie in hout en marmer. Wat een kracht, wat een pracht. Lezer geef acht. In Het licht achter de deur huist een schatbewaarder. – Jos Daelman

 

In een sober maar veelzeggend parlando verwoordt Guy van Hoof de broosheid van ons bestaan. In bijna platonische wijsheid geeft hij zowel zijn scepsis als zijn verrukking prijs (dat laatste voor de liefde). De verzen glijden muzikaal als lichte golven over het blad, hij is tenslotte ook een jazzcat, maar niet zelden eindigen ze op een rake doordenker.
Thematisch komt zowel ons stadsleven als het ‘veelzijdige Vlaams landschap’ aan bod maar zonder heimatgevlag. De kloof tussen de generaties wordt in Bergmanstijl verwoord (van Hoof is ook cinefiel). Het licht achter de deur is een sterke aanwinst voor onze hedendaagse poëzie. – Daniël Van Hecke