poezie

Ruiten, deuren, grendels

 18,90

 

Eric Derluyn

 

ISBN 978 90 5927 536 2
96 pagina’s
NUR 306
220 x 140 mm

Categorie:

Beschrijving

Van de auteur van:

Adour river
Waaier van asse
Een Reiziger, hij slaapt
Orgel van glas
Asdag en nadien

 

Ruiten, deuren, grendels, een boek dat gaat over niets?
Telkens zich een onderwerp presenteerde, bleek dat dit onderwerp niet de aanleiding kon zijn voor een gedicht maar dat het hoogstens zijn decoratieve buitenkant kon dienen.
Aanleidingen voor een gedicht zijn niet zijn onderwerp. Zij liggen dieper: in het onbepaalbare, het onverliesbaar – bereikbare, tegen een aanwezigheid aan die ergens uit moet gelicht worden. Uit haar afwezigheid? Het niet dat is en een vorm vraagt.
Ze zijn het iets van een niets dat uiteindelijk doorheen zijn formulering – even bepaald als onbepaald – weer terugzinkt naar waar het vandaan gekomen is.
Het gedicht als een altijd weer onbevredigbaar ‘ontstaande’ dat bevredigt maar nooit laat zien hoe noch wat het vevredigt en in zijn veelvormigheid ten naaste bij de illustratie, méér de realisatie is van wat ‘worden’ betekent.
Is wat voordien niet was.
Het niets dat wordt; een ontgrendeling.

Eric Derluyn (Roeselare, 1943) woont sinds decennia op een château in Zuid-Frankrijk, waar hij een wijngaard beheert.


Reviews

Gedichten geschreven tussen 2012 en 2016. Deze productieve Vlaamse dichter (Roeselare, 1943) liet in 1976 een carrière los ‘die hem geld gaf maar belemmerde’ bij het dichterschap. In 1966 schreef hij een dissertatie over de relatie tussen het Brugse bisdom en de Engelsen. De meer dan zestig gedichten in deze bundel brengen een stemming over vol aanvaarding. Het decor wordt gevormd door kerkhoven en kloosters, dieren en weersgesteldheden. Soms is hij geïnspireerd door een schilderij (Rubens, Watteau). Eén thema is onmiskenbaar de dood. De dichter neemt waar en beschrijft zonder aanklacht. Deze indrukwekkende bundel is geschikt voor wie houdt van poëzie met een sappig Vlaams cachet en met een vrije vorm zonder rijm. Een bundel om naar terug te grijpen voor wie even rust zoekt in een hectisch bestaan. Vergelijkingen gaan mank, maar zijn lichte toets heeft wel iets van Guido Gezelle, die de dichter uitgebreid heeft bestudeerd. De kalmte en de rol van natuur in zijn werk doen wel denken aan (bijvoorbeeld) Anton Gerits. Indrukwekkende bundel, exponent van moderne Vlaamse poëzie. – NBD Biblion, Louis Smit

Insluiten – uitsluiten. De laatste verzameling verzen van Eric Derluyn bezit beide en is in die zin een voorbeeld van het cyclische van poëzie. De wetmatigheid van een historische tijd is het kloppend hart van deze poëzie. Een poëzie die zich meer en meer ontdoet van de franjes die het inzicht verduisteren. Het gedicht bezit alzo een vorm van soberheid, strakheid als bij de muziek van Pärt of Glass. Het is de diepte van de taal als het zwijgen heerst en de stilte over de stilte glijdt. – Jos Daelman

Waar het in de eerste plaats om draait is dit: belangstelling te wekken voor een dichterschap dat weliswaar groeit en bloeit, maar – zeker in Nederland – aan de  aandacht is ontsnapt. Eric Derluyn is, om het zo te zeggen, een verdoken dichter die door zijn bescheidenheid en woonplaats uit het oog verloren is geraakt. – HC ten Berge